Hoe een levensreddend medicijn een onbetaalbaar luxeproduct werd
Donderdag 11 december - Een nieuw medicijn tegen hepatitis C, waar alleen al in Nederland tienduizenden patiënten gebaat bij zijn, wordt maar aan een enkeling voorgeschreven. De astronomisch geprijsde pil trekt anders een te grote wissel op het zorgstelsel.
Onderzoek van gastcorrespondent Lucien Hordijk toont volgens De Correspondent de machteloosheid van beleidsmakers en de grote invloed van de farmaceutische industrie: Ga eens uit van een medicijn dat is ontwikkeld en een ziekte effectief bestrijdt. Laten we aannemen dat het een ziekte betreft die jaarlijks 350.000 mensen het leven kost. Niemand die de therapeutische waarde van het geneesmiddel zal betwijfelen. De potentie is enorm: de wereld telt 200 miljoen mensen die baat hebben bij het product. Er is slechts één probleem: als een land het middel aan de man wil brengen, ziet het zijn totale geneesmiddelenbudget in één klap meer dan verdubbelen. De pil is namelijk astronomisch duur. Zo duur, dat zelfs de rijkste landen ter wereld maar 1 tot 2 procent van hun patiëntenpopulatie aan het middel kunnen helpen. Het gevolg: het medicijn dreigt aan bijna alle hulpbehoevenden voorbij te gaan. Op zijn zachtst gezegd een medische tragedie. In het ergste geval dood door schuld. Dat is in een notendop het scenario voor het als 'wonderpil' betitelde Sofosbuvir (merknaam: Sovaldi), een sinds vorig jaar op de markt gebracht medicijn tegen de leverinfectieziekte hepatitis C (HCV). Die aandoening kan zonder behandeling leiden tot leverbeschadiging, orgaanfalen en leverkanker. Niet meer dan 4,5 procent van de patiënten krijgt de pil. De pil, die volgens de Amerikaanse producent Gilead Sciences een genezingspercentage van 90 procent heeft en voor aanzienlijk minder bijwerkingen zorgt dan bestaande medicatie, wordt in kuren van 12 tot 24 weken voorgeschreven. Afhankelijk van het type HCV komt daar nog een reeks traditionele medicatie bij. In de praktijk komt vergoeding neer op maximaal 900 patiënten per jaar die zonder behandeling het risico lopen te overlijden. In de Verenigde Staten, waar het middel vorig jaar werd geïntroduceerd, kost een behandeling per 12 weken 84.000 dollar. Wie na die 12 weken verdere behandeling behoeft, betaalt in totaal meer dan 160.000 dollar. Sovaldi kost in Nederland tussen de 48.000 en 96.000 euro per patiënt. Dan mogen we nog van geluk spreken; minister Edith Schippers zegt een forse korting te hebben bedongen met Gilead, maar vertelt uit concurrentieoverwegingen niets over exacte bedragen. Dat zou voor de fabrikant gevolgen hebben voor het onderhandelingsproces met andere landen. Om het effect op de zorgpremie beperkt te houden, zo schrijft minister Schippers aan de Tweede Kamer, zal Sovaldi voorlopig alleen vergoed worden voor patiënten met ‘chronische hepatitis C in een gevorderd stadium van leverschade.’ In de praktijk komt deze vergoeding neer op maximaal 900 patiënten per jaar die zonder behandeling het risico lopen te overlijden. In het meest optimistische geval is dat slechts 4,5 procent van het totaal aantal HCV-patiënten in Nederland. In het slechtste geval is het zelfs maar 0,75 procent.
De Correspondent, 11-12-2014